De Fleurige Troubadours

door Jaap Mulder, Burgum, Maart 2012

Het begin

In het jaar 1950 steken Johannes Wagenaar en Jaap Mulder de koppen bij elkaar om leeftijdsgenoten uit Oude- en Nijemirdum warm te maken voor de oprichting van een orkest. Voorbeeld voor dit muziekgezelschap zijn de gezelschappen ‘Vrij en Blij’ o.l.v. Wessel Dekker (NCRV) en de ‘Flierefluiters’ o.l.v. Johan de Jong (VARA).
Nadat ze een 10-tal jongeren hebben gevonden die wel voor zo’n opzet voelen, gaan ze bij een aantal ouders langs om te vragen of hun zoon of dochter een muziekinstrument mag aanschaffen en les kan krijgen. Voor die tijd vrij uniek, omdat men nauwelijks weet van het bestaan van banjo, gitaar of mandoline.
De poging lukt en de groep gaat voortvarend aan het werk. Voor de lessen zorgt muziekleraar Theo Deden uit Wolvega. De orkestrepetities worden in de zomer van 1951 gehouden in het bûthûs van veehouder Hendrik Mulder en later in een lokaal van de Gereformeerde kerk in Nijemirdum.
De eerste uitvoeringen vinden plaats in de zomer van 1951 in Vakantiecentrum Sondel. Hier worden onder andere de volksliederen van verschillende provincies gespeeld en gezongen. Een mooie oefening om later naar het grotere werk door te stoten.

De top

Al gauw krijgen ze in de gaten dat alleen het verzorgen van muziek niet voldoende is om een avond te vullen. Daar moet nog wat bij. Zo wordt in de winter van 1951/52 de eerste revue TUTTI FRUTTI opgevoerd.
Uit delen van het orkest worden kleine eenheden gevormd, zoals de cowboyband DE LOSSE LEIE (Lies Bokma, Coby Mulder, Jaap Mulder en Jan de Vries), het trio ACCOGIMANDI (Holly de Jong accordeon, Lies Bokma gitaar en Coby Mulder mandoline), de mûloargelklup DE LUCHTHAPPERS (Jan Aukema, Lies Bokma, Fedde van Dijk, Teun Stoker en Jan de Vries) en het accordeontrio ACCORDEONI (Holly de Jong, Jan de Vries en Jelle Twijnstra).
Vanaf het begin zijn Jantje de Jong en Margje Sinnema de zangeressen van het orkest. Een belangrijk aandeel in de revue hebben verder Johannes Wagenaar (voordracht) en DE SKET-SPILERS (Roelie van Dijk, Meine Hoekstra, Coby Mulder, Jaap Mulder en Johannes Wagenaar). De algehele leiding is in handen van Jaap Mulder.

Het op de planken brengen van zo’n revue is een hele klus. De decors moeten worden ontworpen, opgezet en gewisseld. Er wordt een geluidsinstallatie aangeschaft. Het licht moet worden bediend, enzovoort.
Als een optreden voor eigen rekening wordt verzorgd, moet  een zaal worden gehuurd, raambiljetten gedrukt en verspreid, toegangskaartjes bij de gemeente opgehaald, auto’s of bus voor vervoer worden geregeld. Jan Aukema, Meine Hoekstra en Teun Stoker leggen grote delen van Fryslân af op een gehuurde solex om deze zaken op de juiste tijd en de juiste plaats te krijgen. De telefoon is in die tijd nog geen gemeengoed.
Later worden de uitvoeringen nog professioneler opgezet. Voor de nieuwe en laatste revue in 1952/53: LIT SE MAR KOMME, wordt de bekende Friese schrijver Abe Brouwer gevraagd een paar schetsen te schrijven en de regie op zich te nemen.
De Gaasterlandse korpsdirigent, Meine Hottinga, wordt gevraagd het muzikale deel bij te schaven. Zo ontstaat een gevarieerd avondvullend programma met als hoofdact het orkest DE FLEURIGE TROUBADOURS en als onderdelen de kleine muziekgroepjes, de voordrager en de schetsspelers. De revue wordt een keer of 15 op de planken gezet en als je de recensies mag geloven, is het een succes.

‘It paed werom’

Zo snel als DE FLEURIGE TROUBADOURS tot stand komen, zo snel houdt het gezelschap het ook weer voor gezien. Doordat er een aantal jongens in dienst moeten en er een aantal leden gaan trouwen, wordt tot opheffing besloten.
Merkwaardig is het dat uit het gezelschap, dat inclusief technici een 20-tal leden telt, geen enkel huwelijk voortkomt. Wel vriendschappen voor het leven!

Bij het huwelijksjubileum van Johannes en Klaske Wagenaar, in mei 1981, verzorgt het complete orkest nog één keer een succesvol optreden.
De allerlaatste activiteit vindt op 6 december 2011 plaats. Een tv optreden van een half uur op Omrop Fryslân in de rubriek “It Paad Werom”, eerder opgenomen in Hotel Boschlust in Oudemirdum.

Media aandacht

Het orkest onder de aandacht brengen was, anders dan tegenwoordig met de vele radiostations en het internet, een hele klus en een vak apart. Ook dit werd met veel elan aangepakt. Zodra het programma van de revue bekend was, werden brochures gedrukt en onder de aandacht van verenigingen, bedrijven en zaalhouders gebracht. Met het aanschrijven van de Fryske Kriten op vele plaatsen in het land, werden ook de “Friezen om útens” niet vergeten.