Steenkist in Rijsterbos

Uit onderzoek in 1996 is gebleken dat het hunebed in het Rijsterbos in feite een variant is van een hunebed. Dit type steengraf wordt een steenkist genoemd en de benaming op het aanwijsbord in het bos is dan ook veranderd van hunebed in steenkist. Deze steenkist is gebouwd door dezelfde mensen die ook de hunebedden maakten.
Zij behoorden tot de Trechterbekercultuur. Ze kwamen rond 3400 voor Christus naar onze streken en leefden op de hogere zandgronden in het noorden van ons land.
De steenkist is in begin maart 1849 ontdekt  tijdens het graven van een greppel door de arbeider Herman Wessels Kouwenhoven. Hij was samen met zijn collega’s werkzaam op het landgoed Rijs van dhr.Jhr Gerard Regnier.van Swinderen. Helaas was Jhr.van Swinderen op dat moment niet in Friesland en hebben de arbeiders de keistenen voor diverse doeleinden gebruikt . De stenen zijn zoals de gewoonte was bij het vinden van grote keistenen, deels kapot geslagen en afgevoerd voor wegonderhoud en mogelijk ook voor gebruik bij het onderhoud van de paalschermen aan de kust. Wel zijn de belangrijkste vondsten,waaronder enkele potjes met laddervormige versieringen, bij het Fries Genootschap bezorgd.

Archeoloog L.J.F.Jansen van het Oudheidkundig Museum uit Leiden kwam speciaal naar Gaasterland om ter plekke een onderzoek in te stellen. Op 26 mei 1849 bezocht hij de vindplaats  en sprak hierbij met de vinder dhr. Kouwenhoven. Aan de hand van de verkregen gegevens reconstrueerde dhr.Janssen de plattegrond en de vorm van het graf. Een uitgebreid verslag  van de vondst van het hunebed kunt u lezen in de artikelen in de Vrije Fries die onderaan deze pagina staan vermeld.

In het Rijsterbos was tot 1958 geen enkel spoor meer te vinden van de steenkist. In dat jaar werden op de plaats waar de stenen moeten hebben gestaan, platte stenen gelegd om de plaats aan te duiden.

In 1922 deed de archeoloog A.E.van Giffen uit Groningen een onderzoek naar de grondsporen van het graf in het Rijsterbos. Van Giffen vond de oude kuilen, waaruit de stenen van het hunebed waren gehaald. Hierdoor werd duidelijk hoe en waar de stenen precies hadden gestaan.  Uit dit onderzoek bleek dat de rechthoekige constructie vermoedelijk afmetingen had van 4,5 bij 1,2 meter ( 5 paar stenen van elk 50 cm diameter). Van Giffen vond verder nog enkele scherven en voorwerpen van vuursteen.

 

Hier onder volgen fotos van het onderzoek van Van Giffen (archief Mar en Klif):

In het verleden zijn drie artikelen geschreven over de vondst van het hunebed (steenkist).  Deze artikelen zijn opgenomen in de jaarboeken van het Koninklijk Fries Genootschap 'De Vrije Fries". Hieronder de links naar die artikelen

De Vrije Fries nr 5 (1850) door L.J.F. Janssen

De Vrije Fries nr 6 (1853) door L.J.F. Janssen

De Vrije Fries nr 27 (1924) door A.E. van Giffen